Het eerste: Het niveau van degene die onachtzaam is en zijn ziel onrecht aandoet. Hij verricht zijn woedhoe (kleine wassing) niet correct, bidt het gebed niet op tijd en vervult de essentiële onderdelen niet goed.
Het tweede: Dit is degene die ervoor zorgt dat hij zijn gebeden op de juiste tijden binnen de gestelde grenzen verricht. Hij vervult de noodzakelijke onderdelen en doet zijn woedhoe (kleine wassing) met zorg. Maar zijn streven wordt teniet gedaan door de influisteringen tijdens zijn salaah (gebed) waardoor zijn gedachten afgeleid worden.
Het derde: Degene die zijn gebeden op de vastgestelde tijden verricht, de noodzakelijke onderdelen vervult en met zichzelf strijdt om de fluisteringen, gedachten en ideeën (die tijdens de salaah (gebed) in hem opkomen) te weerstaan. Hij strijdt tegen zijn vijand (Shaytaan) om niet te stelen van zijn eigen gebed. Daardoor is hij tegelijkertijd zowel met de salaah (gebed) als met djihaad bezig.
Het vierde: Degene die het gebed verricht en het zijn rechten geeft. Hij vervult de noodzakelijke onderdelen, binnen de vastgestelde tijden en zijn hart is bezig met het beschermen van de rechten en grenzen van het gebed, zodat niets van zijn streven verloren gaat. Zijn hele zorg is gericht op het vestigen en vervolmaken van het gebed, zoals het hoort. Zijn hart gaat op in het gebed en in de onderwerping aan zijn Heer, de Verhevene.
Het vijfde: Dit is degene die zijn gebeden verricht zoals degene hierboven. Maar daar komt nog bij dat hij zijn hart voor zijn Heer de Almachtige en Verhevene neerlegt. Zijn hart kijkt vol verwachting op naar zijn Heer, vervuld van Zijn liefde en macht, alsof hij in staat is Hem te zien. De influisteringen, gedachten en ideeën zijn verdwenen en de bedekking tussen hem en zijn Heer is opgeheven. Het verschil tussen deze persoon en de anderen wat betreft de gebeden, is groter dan het verschil tussen hemel en aarde. Deze persoon is bezig met zijn Heer de Machtige en Verhevene, verheugd met Hem.
De eerste soort zal gestraft worden, de tweede soort zal rekenschap moeten afleggen, van de derde zullen zijn zonden en tekortkomingen uitgewist worden, de vierde zal beloond worden en de vijfde zal dicht bij zijn Heer zijn, want hij ontvangt het deel van degene die het gebed de vreugde en het genot van zijn ogen maakt. Voor degene die dat doet, zal de nabijheid van zijn Heer in het hiernamaals de vreugde en het genot van zijn ogen zijn. Hij zal ook een genot voor het oog zijn in deze wereld. Want als iemand Allah het genot van zijn ogen maakt in deze wereld, dan zal hij voor elk oog een genot en plezier zijn.
Boek: Al-Wabil al-Sayyib
Door: Shaykh Ibn Qayyim al-Jawziyyah